Konijntjes of hazen?

Konijnen of hazen, dat is maar de vraag. Als men deze snelle dieren over de weiden en velden ziet flitsen, is het helemaal niet zo makkelijk om beide soorten van elkaar te onderscheiden. Maar oefening baart kunst.

“Kijk! Daar loopt een haas!” Hoe vaak huppelt er geen langoor vlak voor ons over de weg, die wij  meteen als ‘haas’ bestempelen? In de meeste gevallen is dat echter helemaal niet correct! Het is veel waarschijnlijker dat wij de duidelijk meer voorkomende konijnen tegenkomen. Als men deze diertjes nauwlettend bekijkt, zijn er wel enkele verschillende tussen beide soorten, zowel qua uiterlijk als qua levenswijze.

Het duidelijkste uiterlijke verschil tussen hazen en konijnen is te zien als men de dieren langs achteren ziet weglopen: de haas klapt dan zijn staart (‘pluim’) naar achteren, en op die staart ziet men dan duidelijk een zwarte vlek. Het konijn klapt zijn staart daarentegen naar boven en toont ons de lichtend witte onderkant van zijn staart. De haas heeft bovendien ook langere oren (‘lepels’) met een zwarte tip en zeer lange achterpoten, waarmee hij op de vlucht tot wel 70 km/u kan halen. Deze kenmerken ontbreken dan weer bij de eerder kortpotige konijnen.

Konijnen leven in grote families in wijds vertakte, onderaardse burchten, waarin zij bij gevaar ook hun toevlucht nemen. Hazen daarentegen zijn typische eenzaten en zoeken vaak een kuil om zich neer te vlijen.

De beste periode om hazen te spotten begint in januari/februari. Dan ziet men vaak de rivaliserende mannetjes, die tijdens ‘bokswedstrijden’ om de gunst van de vrouwtjeshazen strijden en over de velden en weiden jagen. Talrijke factoren zoals de intensieve landbouw en steeds toenemend wegverkeer hebben tijdens de laatste decennia op vele plaatsen tot een terugval van de hazenpopulatie bijgedragen.

Weergeven in kaart